Node.js is een runtime voor JavaScript, een van de beste en meest gebruikte programmeertalen van dit moment. Met functies die flexibiliteit en schaalbaarheid ondersteunen, gebruiken developers Node.js vaak voor backend ontwikkeling.

Hoewel Node.js verschillende voordelen heeft, heeft het ook gebreken:

• Het heeft beperkte CPU gebonden verwerkingsmogelijkheden omdat het op een enkele thread draait.
• Het mist ingebouwde type control.
• Het is dynamisch getypt, waardoor het vatbaar is voor typefouten die je alleen tijdens het uitvoeren kunt identificeren.
• De ondersteuning voor verschillende bibliotheken is beperkt, wat je ontwikkelervaring belemmert.

Als een van deze tekortkomingen van Node.js je applicatie belemmert, is het misschien tijd om iets anders te proberen. Laten we eens kijken naar de acht beste Node.js alternatieven die je kan proberen.

Node.js alternatieven voor moderne developers

Ondanks zijn populariteit kan Node.js traag zijn en gevoelig voor fouten. De CPU beperkingen kunnen ook voor aanzienlijke uitdagingen zorgen bij het maken van een robuustere webapplicatie. Daarom is het niet ideaal voor elke omgeving of alle toepassingen.

Hieronder volgen acht alternatieven voor Node.js voor moderne development, waarbij de voor- en nadelen en de ideale gebruikssituaties voor elk worden besproken.

1. Deno

Deno is een relatief nieuwe JavaScript runtime omgeving die, net als Node.js, draait op de V8 engine van JavaScript Chrome. De oorspronkelijke oprichter van Node.js, Ryan Dahl, ontwikkelde Deno om prestatie- en beveiligingsproblemen aan te pakken waar gebruikers van Node.js tegenaan liepen.

Developers gebruiken Deno om schaalbare, veilige backend webapplicaties en command-line tools te bouwen. Het modulesysteem, de ingebouwde beveiligingsfuncties en de eersteklas TypeScript ondersteuning maken het een aantrekkelijke keuze voor webdevelopers die waarde hechten aan prestaties en beveiliging.

Dankzij deze mogelijkheden gebruiken bedrijven als Redis Labs en Docker Deno via het Oak framework om interne tools te bouwen.

Kenmerken en voordelen van Deno

• Met een extra runtime voor TypeScript biedt Deno code de typecontrole die Node.js mist.
• Deno heeft een moderne architectuur met betere prestaties en een veiligere omgeving dan Node.js.
• Deno vermijdt blokkerende I/O-operaties door een systeem te gebruiken voor het laden van modules, wat leidt tot snellere uitvoeringstijden.

Nadelen van het werken met Deno

• Als nieuwe runtime is het ecosysteem van Deno nog relatief klein. Vergeleken met Node.js kan het lastig zijn om de juiste bibliotheken en pakketten te vinden om te gebruiken bij het ontwikkelen van applicaties.
• Ook is de Deno gemeenschap klein, wat betekent dat er weinig contributors zijn aan de kernfuncties. Node.js daarentegen beschikt over een brede gemeenschap en veel tutorials.

2. Go

Go is een populaire taal voor het bouwen van webapplicaties en backend services. In de kern is Go een statisch getypeerde en gecompileerde taal die een garbage collector gebruikt om het geheugen te beheren. De syntaxis is beïnvloed door C, maar met een modernere programmeeraanpak. Het is beknopt, schoon en efficiënt. Go is ontworpen om efficiënter met gelijktijdigheid en parallellisme om te gaan dan Node.js.

Go is wijdverspreid in de DevOps-ruimte omdat developers het gebruiken voor Docker en Kubernetes, respectievelijk de bekendste containerisatie- en containerorkestratieplatformen.

Kenmerken en voordelen van Go

• Het heeft ingebouwde ondersteuning voor goroutines en lichtgewicht threads voor efficiënte concurrency (gelijktijdige handelingen). Node.js gebruikt daarentegen een event-driven model dat soms kan leiden tot callback vertragingen en prestatieproblemen.
• Go is een gecompileerde taal die snelle en efficiënte code produceert. De garbage collector is geoptimaliseerd voor lage latency, waardoor het zeer geschikt is voor toepassingen die hoge prestaties vereisen.

Nadelen van werken met Go

• Go heeft een relatief eenvoudige syntaxis, maar het kan een uitdaging zijn voor developers die niet bekend zijn met de idiomen en best practices.
• Go’s concurrency modellen en channels kunnen een uitdaging zijn om te leren en op de juiste manier toe te passen, hoewel ze nuttig zijn als ze op de juiste manier worden gebruikt.

3. Elixir

Elixir is een functionele programmeertaal die zich richt op schaalbaarheid en fouttolerantie. Het heeft een vergelijkbaar concurrency model als Go en developers gebruiken het vaak om krachtige gedistribueerde systemen te bouwen.

Enkele overeenkomsten tussen Elixir en Node.js zijn het concurrency ontwerp en de event-driven architectuur om I/O operaties af te handelen. Door deze constructie kunnen applicaties grote aantallen verzoeken efficiënt afhandelen.

De architectuur van Elixir handelt fouten netjes af met behulp van ingebouwde mechanismen voor het opsporen en herstellen van fouten. Developers kunnen eenvoudig robuuste en betrouwbare code bouwen. Node.js daarentegen is afhankelijk van externe bibliotheken voor foutafhandeling en herstel.

Grootschalige systemen zoals WhatsApp gebruiken Elixir voor het verwerken van de grote hoeveelheid berichten die gebruikers verzenden en ontvangen. Andere real-world toepassingen die gebruikmaken van de mogelijkheden van Elixir zijn Pinterest en Discord.

Kenmerken en voordelen van Elixir

• Elixir gebruikt de Erlang Virtual Machine (VM) om gelijktijdige processen te beheren. Dit resulteert in lichtgewicht processen die efficiënter zijn en minder geheugen gebruiken dan de worker threads van Node.js.
• De syntaxis en functionele programmeerstijl van Elixir maken het schrijven van beknopte en onderhoudbare code eenvoudig. Dit verkort de ontwikkeltijd en verhoogt de productiviteit.

Nadelen van het werken met Elixir

• Elixir heeft een steile leercurve voor developers die meer gewend zijn aan de syntax en aard van traditionele talen zoals JavaScript.
• Elixir’s afhankelijkheid van de Erlang VM en lichtgewicht processen kan een verhoogde prestatie-overhead betekenen, vooral voor CPU gebonden taken. Als gevolg hiervan is Elixir een minder geschikte keuze voor sommige applicaties die prestatie-eisen stellen.

4. Rust

Rust is een systeemprogrammeertaal die zich richt op veiligheid en prestaties. Developers gebruiken het vaak om krachtige netwerk- en webapplicaties te bouwen. Rust is ook zeer geschikt voor het bouwen van low-level systemen zoals besturingssystemen en device drivers.

Node.js en Rust zijn vergelijkbaar qua prestaties. Rust is echter een gecompileerde taal – wat betekent dat het betere geheugenveiligheid en prestaties biedt door de nadruk op zero-cost abstracties en low-level control en safety.

Het efficiënte geheugenbeheer en de veiligheidsgaranties van Rust maken het een solide alternatief voor Node.js. Rust is vooral een effectief alternatief voor Node.js bij het bouwen van geheugenintensieve toepassingen die controle en veiligheid op laag niveau vereisen. Rust implementeert bijvoorbeeld de meeste codebases voor Firefox.

De focus op systeemprogrammering maakt Rust een geschikte tool voor het ontwikkelen van besturingssystemen. Redox OS is bijvoorbeeld een microkernel besturingssysteem geschreven in Rust.

Kenmerken en voordelen van Rust

• Rust biedt geheugenveiligheid die wordt gegarandeerd door het systeem van ownership en borrowing. Node.js gebruikt daarentegen garbage collection om het geheugen te beheren.
• Het unieke ownership- en borrowingsysteem van Rust biedt efficiënte gelijktijdigheid en geheugenveiligheid, en zorgt ervoor dat meerdere threads niet gelijktijdig toegang hebben tot het geheugen.
• De Rust community draagt bij aan het succes van gebruikers door middel van hoogwaardige bibliotheken, frameworks en tools.

Nadelen van het werken met Rust

• Rust heeft een steile leercurve vanwege het complexe typesysteem en het ownership-/borrowingsysteem, vooral vergeleken met de lage instapdrempel die Node.js biedt.
• Rust vereist meer handmatig geheugenbeheer dan Node.js, wat een uitdaging kan zijn om onder de knie te krijgen.
• Het ownership- en borrowsysteem van Rust kan het schrijven van code moeilijker maken, vooral voor developers die gewend zijn aan garbage-collected talen.

5. Scala

Scala is een multi-paradigma programmeertaal die vaak wordt gebruikt om krachtige, gelijktijdige en gedistribueerde systemen te bouwen. Het lijkt op JavaScript en draait op de Java Virtual Machine (JVM). Scala en Node.js ondersteunen functionele programmeerparadigma’s, wat kan helpen om code modulairder te maken, gemakkelijker te testen en minder vatbaar voor bugs.

Het draaien op de JVM maakt Scala applicaties performanter, efficiënter en schaalbaarder. De typeveiligheid en functionele programmeerfuncties van Scala maken het een solide alternatief voor Node.js, vooral bij het bouwen van data-intensieve toepassingen die een hoge doorvoer en lage latency vereisen.

LinkedIn gebruikt Scala om webapplicaties te bouwen met het Play Framework. Scala wordt ook veel gebruikt in de big data space, waar developers het gebruiken voor big data verwerking en analyse. Het veelgebruikte framework voor het verwerken van big data van Apache Spark is bijvoorbeeld gebouwd op een basis van Scala.

Kenmerken en voordelen van Scala

• Terwijl Node.js dynamisch getypeerd is en vertrouwt op event-driven, functioneel programmeren, is Scala statisch getypeerd en ondersteunt het functioneel en object-georiënteerd programmeren. Deze eigenschappen stellen developers in staat om zeer makkelijk te onderhouden applicaties te ontwikkelen met een goede foutdetectie.
• Scala is goed ontworpen voor het schrijven van schaalbare systemen, omdat het de nadruk legt op concurrency en hoge prestaties voor gedistribueerde systemen.

Nadelen van het werken met Scala

• Hoewel het hoge prestaties levert, kan de bytecodecompilatie van Scala resulteren in een aanzienlijke prestatie-overhead.
• Het Scala ecosysteem is nog relatief nieuw en gefragmenteerd. Je kunt merken dat bestaande bibliotheken en tools overlappende functionaliteit hebben en slecht gedocumenteerd zijn.